Zwachtelen & compressietherapie

Zwachtelen wordt veelal gedaan om (overtollig) vocht in armen of benen af te voeren. Deze techniek wordt ook wel compressietherapie of compressief zwachtelen genoemd.

Waarom zwachtelen?

Vocht in armen of benen kan voor iemand heel pijnlijk zijn. Vaak klagen mensen over kloppende handen of tintelende benen. Iemand kan zijn schoenen niet meer aan of de broek past niet meer wanneer de benen erg zijn opgezwollen.

Zwachtelen verhoogt de druk van buitenaf op het gezwollen lichaamsdeel. De zwachtel duwt of knijpt als het ware het vocht samen. Dit heet compressie. Het vocht wordt teruggeduwd naar de romp. Ook medicatie (bijv. antidiuretica) kan helpen om overtollig vocht kwijt te raken.

Oorzaken overtollig vocht

Overtollig vocht kan ontstaan als gevolg van problemen in het lymfe- of vaatstelsel. Bijvoorbeeld door lipoedeem, of door de (noodzakelijke) verwijdering van lymfeknopen als gevolg van een tumor of door slecht werkende aderen. Gezwollen benen kunnen wijzen op een hartproblemen, zoals decompensatio cordis (hartfalen).

Niet altijd is de oorzaak van (overtollig) vocht bekent. Als de oorzaak niet bekend is, dien je altijd te overleggen met een arts wat je het beste kunt doen.

Zwachteltechnieken & soorten zwachtels

Er zijn twee verschillende soorten zwachtels:

  • Zwachtels met korte rek
  • Zwachtels met lange rek

Welke zwachtel je wanneer gebruikt en met welke techniek lees je hieronder. Wil je zelf oefenen hoe je moet zwachtelen? Dat kan via de 3D simulatie game van CareUp. Je leert dan de theorie, maar ook de praktijk. Én je kunt jezelf ook nog eens laten toetsen. Slaag je? Dan ontvang je een certificaat én accreditatiepunten én kun jij jezelf bevoegd & bekwaam noemen in het zwachtelen.

Zwachtelen korte rek

Wanneer een cliënt het ledemaat zelf nog kan bewegen, gebruik je een zwachtel met korte rek. Deze zwachtels werken namelijk door de drukverandering die plaatsvindt zodra de cliënt het ingezwachtelde lichaamsdeel beweegt.

Dit zijn de aandachtspunten waar je op moet letten bij compressietherapie met een zwachtel met korte rek:

  • Breng de zwachtels in de ochtend aan. De cliënt is dan vaak uitgerust waardoor er minder vocht in de ledematen zit.
  • Het ledemaat slinkt door het zwachtelen. Daarom is het belangrijk dat je zwachtels minimaal 2x per week verwisselt. Of eerder/ vaker wanneer het verband afzakt.

Zwachtelen lange rek

Wanneer een cliënt immobiel is, of wanneer zwachtels vaak verschoont moeten worden door bijvoorbeeld ulcera, gebruik je een zwachtel met lange rek.

Dit zijn de aandachtspunten waar je op moet letten bij compressietherapie met een zwachtel met lange rek:

  • Breng de zwachtels in de ochtend aan. De cliënt is dan vaak uitgerust waardoor er minder vocht in de ledematen zit.
  • Over de manier van zwachtelen met lange rek zwachtels bestaat geen consensus. Bespreek daarom altijd met de arts of er een of twee zwachtels gebruikt moeten worden.
  • Verwijder de lange rek zwachtels altijd voor de nacht.

Hier moet je op letten als je een zwachtel aanlegt:

Bij het aanleggen van een zwachtel zijn dit de aandachtspunten waar je op moet letten:

  • Leg de zwachtel aan zonder kreukels en vouwen. Zorg dat de zwachtel helemaal glad is, anders kunnen er drukplekken ontstaan.
  • Vul (indien nodig) oneffen oppervlakken op met polstermateriaal. Dit geldt voor holtes en uitstekende delen. (Bijvoorbeeld de malleoli aan de zijkanten van de enkels)
  • Kijk altijd ‘in de rol’ als je zwachtelt en volg de vorm van de te zwachtelen ledemaat.
  • Halverwege een nieuwe zwachtel nodig? Zet de eerste zwachtel vast met een stevige slag. Doe dit nooit circulair, dit klemt de doorstroming af.
  • Na het aanleggen mogen er geen openingen meer zichtbaar zijn.
  • Gebruik geen fixatieklemmetjes, maar zet de zwachtel vast met pleister of tape.
  • Gebruik indien nodig pleisters over de zwachtels om afzakken te voorkomen.

Zwachtelen protocol

Afhankelijk van het lichaamsdeel waar de zwachtel aangebracht moet worden, kan de techniek verschillen. De techniek voor het zwachtelen is vastgelegd in het Vilans protocol. Dit protocol kan in de zorg als uitgangspunt aangehouden worden voor de juiste techniek voor het zwachtelen.

Dit zijn de algemeen te nemen stappen volgens het Vilans KICK-protocol zwachtelen:

  1. Pas handhygiëne toe en zet de materialen klaar
  2. Knip 4 repen pleisters af van ongeveer 10 cm
  3. Controleer de staat van de zwachtels
  4. Zorg dat het lichaamsdeel dat je wilt zwachtelen ontbloot en ontspannen is.
  5. Controleer de huid op wondjes en onregelmatigheden
  6. Breng het buisverband en de polsterwatten aan, zodat eventuele onregelmatigheden weggewerkt zijn en het ledemaat mooi glad is
  7. Controleer (afhankelijk van het te zwachtelen ledemaat) de kleur van de handen of tenen en vraag of de zwachtel pijnvrij aangelegd is.

Ben jij bekwaam in het aanleggen van een zwachtel? Oefen deze handeling met de 3D simulatie game van CareUp. Hierin wordt de theorie behandelt én voer jij de handeling ook direct zelf uit via een praktijksimulatie. Genoeg geoefend en ben je zeker van je bekwaamheid? Doe dan de toets en haal accreditatiepunten voor het BIG-register!

Zwachtelen onderbeen en voet protocol

Vocht loopt altijd naar beneden. Daardoor worden de enkels, voeten en onderbenen het eerste dik. Je zwachtelt daarom ook altijd van distaal (vanaf de lichaamsuiteinden) naar proximaal (naar het lichaam toe).

Naast de stappen uit het Vilans protocol die hierboven genoemd zijn, zijn er specifieke handelingen van toepassing voor het zwachtelen van een onderbeen of voet. Dit zijn de stappen die volgens het Vilans KICK-protocol:

  1. Plaats de enkel in een rechte hoek (90 graden) ten opzichte van het onderbeen.
  2. Zwachtel van binnen naar buiten. Begin vanaf de grote teen richting de kleine teen.
  3. Maak een of twee windingen om de voorvoet. Trek bij iedere winding de zwachtel een stukje aan, ongeveer 2 cm.
  4. Zwachtel dan de hiel, de hak en het onderste stukje van de enkel, zonder de winding extra aan te trekken.
  5. Volg de vorm van het onderbeen naar boven en houd dezelfde druk op de zwachtel. Blijf de zwachtel na elke winding zo’n 2 cm aantrekken.
  6. Stop vlak onder de knieschijf met een niet te strakke winding.
  7. Herhaal deze handelingen met een tweede zwachtel.

Zwachtelen bovenbeen protocol

Wanneer het bovenbeen gezwachteld moet worden, betekent dit dat het hele been gezwachteld wordt. Dit is nodig omdat anders het vocht weer naar beneden (naar de enkels) loopt. Dit betekent dus dat wanneer je het bovenbeen moet zwachtelen van een cliënt, je begint met de eerste 5 stappen van het ‘zwachtelen onderbeen en voet protocol’.

  1. Plaats de enkel in een rechte hoek (90 graden) ten opzichte van het onderbeen.
  2. Zwachtel van binnen naar buiten. Begin vanaf de grote teen richting de kleine teen.
  3. Maak een of twee windingen om de voorvoet. Trek bij iedere winding de zwachtel een stukje aan, ongeveer 2 cm.
  4. Zwachtel dan de hiel, de hak en het onderste stukje van de enkel, zonder de winding extra aan te trekken.
  5. Volg de vorm van het onderbeen naar boven en houd dezelfde druk op de zwachtel. Blijf de zwachtel na elke winding zo’n 2 cm aantrekken.
  6. Zwachtel door om de knie heen, zonder de zwachtel extra aan te trekken. Zorg dat de knie nog een beetje kan buigen.
  7. Zwachtel het bovenbeen verder in tot aan de lies en trek de zwachtel na elke winding ongeveer 2 cm aan.

Let op: Gebruik het liefst één zwachtel voor het hele been. Is de zwachtel te kort, stop dan net onder of boven de knie met de eerste zwachtel. Ga daarna met de tweede zwachtel verder waar je gestopt bent, maar begin met een winding zonder de zwachtel extra aan te trekken.

Zwachtelen trombosebeen

Ook een trombosebeen kan gezwachteld worden. Wel moet er dan medicatie toegediend zijn. Een zwachtel om een trombosebeen gebruik je tot het meeste vocht uit het been verdwenen is. Als de hoeveelheid vocht voldoende afgenomen is, kan overgestapt worden op steunkousen.

Problemen bij zwachtelen

Bij het zwachtelen kunnen verschillende complicaties voorkomen. De meest voorkomende en belangrijkste problemen bij zwachtelen zijn:

  • Geïrriteerde huid onder de zwachtel
  • De zwachtels doen pijn
  • De tenen of vingers zijn blauw
  • De tenen zijn wit

De meest voorkomende problemen bij het zwachtelen zijn dat de zwachtels naar beneden zakken, of dat er gaten of vensters zichtbaar zijn na het zwachtelen. In beide gevallen dien je de zwachtels opnieuw aan te leggen.

Problemen bij zwachtelen

Heeft de cliënt pijn of worden de tenen of vingers blauw? Laat de cliënt dan eerst bewegen indien mogelijk. Als de pijn niet binnen 15 minuten stopt, leg de zwachtels dan opnieuw aan. Als de pijn ook daarna nog blijft, waarschuw dan de arts.

Geïrriteerde huid

Is er sprake van een geïrriteerde huid door de zwachtels? Gebruik dan een huidverzorgende zalf voor de huid.

Witte tenen

Als de cliënt witte tenen krijgt na het zwachtelen kan dit wijzen op arteriële problemen. Verwijder in dit geval de zwachtels gelijk en waarschuw de arts.

Wist jij al deze theorie over het zwachtelen van een onderbeen, bovenbeen of enkel? Oefen het aanbrengen van een zwachtel nu via de 3D simulatie game van CareUp. Je test zo direct je theoretische kennis én je oefent de handeling ook direct via de praktijksimulatie. Bewijs jij dat jij de theorie en de uitvoering beheerst bij de test? Dan verdien je een certificaat én accreditatiepunten!

Wil je meer te weten komen over CareUp?

Download onze flyer